Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De HEERE der heirscharen [67]zal hen beschutten, en zij zullen [68]eten, nadat zij [69]de slingerstenen zullen ten ondergebracht hebben; zij zullen ook drinken, [en] [70]een gedruis maken als de wijn; en [71]zij zullen vervuld worden, gelijk het bekken, gelijk de hoeken des altaars. 67. Te weten, de Joden, strijdende tegen de Grieken. 68. Dat is, zij zullen hunne goederen met vrede en met vreugde genieten, nadat hunne vijanden zullen verdelgd zijn. 69. Dat is, de vijanden, die met slingerstenen op hen geworpen hebben. Anderen zetten deze woorden aldus over: En zij zullen hen [met] slingerstenen tenonder brengen. Eertijds plachten de krijgslieden niet alleen met pijlen, maar ook met slingers tegen elkander te vechten; zie Richt.20:16. 70. Dit woelen of rumoer maken zou uit een heilige vreugde ontstaan. 71. Dat is, zij zullen overvloed hebben van allerlei goederen, gelijk het bekken, hetwelk bij het altaar placht te staan, vol bloed van het geslachte vee was, en gelijk men al de hoeken van het altaar met hetzelfde bloed placht te begieten of te besprengen, Lev.3:2,8,13, en Lev.7:2. Geestelijkerwijze dit genomen zijnde is het te zeggen: Zij zullen God danken voor de weldaden, die zij van Hem ontvangen zullen. Verg. Ef.5:18,19,20.